Wat zijn de kenmerken van een prikkelverwerkingsstoornis of een prikkelverwerkingsprobleem? Om hier meer duidelijkheid over te geven zoomen we in dit artikel ook eerst in op wat prikkelverwerking is.
Sensorische informatie of wel prikkelverwerking is de zintuiglijke informatie die wij als mensen ervaren vanuit onze omgeving of ons eigen lichaam. Mensen met autisme verwerken sensorische informatie op een andere manier dan mensen zonder autisme dat doen. Mensen zonder problemen in prikkelverwerking zijn in staat om onbewust allerlei prikkels te filteren. Bij autisme (maar ook bij ADHD) werkt dit filter minder of is zelfs niet aanwezig. Hierdoor worden mensen met autisme sneller overspoeld door prikkels.
Wanneer we het over prikkels hebben, gaat het vooral om de informatie die we vanuit onze 8 zintuigen waarnemen. Namelijk het waarnemen van tactiele prikkels, auditieve prikkels, visuele prikkels, prioprioceptieve systeem, vestibulaire systeem en interoceptie.
Kinderen en volwassenen met prikkelverwerkingsproblemen hebben moeite met het verwerken van zintuiglijke prikkels, informatie komt bij hen vaak te sterk en ongefilterd binnen, maar het kan ook zijn dat informatie vanuit de zintuigen juist moeizaam binnenkomt. Maar ook kan het een combinatie van beiden zijn.
Overprikkeling, maar ook onderprikkeling is een kenmerk van prikkelverwerkingsproblemen.
Wanneer de sensorische informatieverwerking goed verloopt, zuivert deze de binnenkomende prikkels en kan het kind zich prima op zijn sommen richten en de andere informatie aan zich voorbij laten gaan. Echter wanneer de poortwachter niet goed werkt, laat deze alle (ook de niet belangrijke) zintuiglijke prikkels toe. Deze veelheid aan prikkels bestaande uit geluiden, visuele drukte en interne prikkels overbelasten het brein, hetgeen een overprikkeld kind tot gevolg heeft (ook wel sensory overload genoemd). Veelal wordt overprikkeling bij autisme gezien.
Het evenwichtsgevoel waarschuwt te snel
Het kind is heel gevoelig voor beweging. De zintuigprikkels reageren bij de geringste beweging of verandering van houding. Bewogen worden, stoeien en andere wilde spelletjes vindt hij/zij niet prettig. Hierdoor komen deze kinderen wat angstig over en zijn zij meestal minder beweeglijk dan anderen. Sommige kinderen zijn onzeker of bang als ze de trap op moeten lopen, over een bank moeten lopen, of aan een rekstok moeten hangen. Wij noemen dit houding onzekerheid. Het lijkt een beetje op hoogtevrees.
Het tast- en spiergevoel waarschuwt te snel
Deze kinderen zijn gevoelig voor aanraken: hun zintuigprikkels reageren hierop heel snel. Aangeraakt worden, op schoot zitten en knuffelen vinden deze kinderen niet prettig. Daarnaast zijn ze vaak heel kieskeurig wat betreft het eten en kieskeurig over hun kleding, welke ze al gauw als ‘kriebelig’ ervaren. Ze staan ook kritisch tegenover het speelgoed waarmee ze spelen. Spelen met water, zand, klei en verf is meestal niet favoriet.
Geluidsprikkels worden al snel als te veel ervaren
Deze kinderen horen alles, ook geluiden die ze niet hoeven te horen, zoals het tikken van een klok. Het potlood dat op de grond valt, de regendruppels op het raam. Het richten van de aandacht tijdens de les is mede daardoor erg moeilijk.
Visuele prikkels komen al snel erg sterk binnen
Deze kinderen zien als het ware alles en zijn daardoor snel afgeleid. Het kleinste detail wordt waargenomen, ook als dit niet belangrijk is. Vooral omgevingen met veel kleur, posters en visuele afleiding komen de focus van deze kinderen niet ten goede.
Lees hier tips bij overprikkeling van je kind
Onderprikkeling is veel minder bekend. Dit is wanneer de prikkelfilter zo streng staat afgesteld dat deze te laat en of te weinig prikkels door laat. Hierdoor kan de persoon die onderprikkeld is bijvoorbeeld niet goed opletten, druk gedrag vertonen, niet stil zitten en eventueel zelf sterkere prikkels opzoeken. Ook wel prikkelzoeker genoemd.
Het evenwichtsgevoel waarschuwt te weinig
Deze kinderen zijn graag in beweging en schommelen, stoeien en andere wilde spelletjes zijn favoriet. Deze kinderen zijn vaak echte waaghalzen en ze zijn voortdurend in beweging. Ze zien geen gevaar.
Het tast- en spiergevoel merkt te weinig tastprikkels op
Het kind merkt nauwelijks dat het wordt aangeraakt, of dat het zelf iets aanraakt. De zintuigprikkels geven te weinig informatie door. Hierdoor ‘bestuurt’ zo’n kind het eigen lichaam minder goed, waardoor het kind onhandig is en zichzelf bijvoorbeeld gauw stoot. Zulke kinderen spelen juist graag met ‘vieze’ materialen zoals zand, klei en verf.
Auditieve informatie komt nauwelijks binnen
Deze kinderen lijken ‘doof’ maar hebben moeite om de informatie te verwerken die via het luisteren verzameld wordt, dit kost tijd. Vaak zijn dit ook dromers.
Visuele informatie komt nauwelijks binnen
Meestal mankeert er niets aan de ogen, maar de informatieverwerking vanuit het zien verloopt te traag. Deze kinderen hebben meer tijd nodig om te reageren en zijn daardoor vaak te laat. Zo is het vangen van een bal voor deze kinderen lastig. In een ruimte met weinig visuele prikkels, zijn deze kinderen onvoldoende alert.
Lees hier tips bij onderprikkeling van je kind
Kinderen en volwassenen met prikkelverwerkingsproblemen kunnen de volgende kenmerken laten zien:
En zo kan ik nog even doorgaan… je vind onderdelen van deze lijst en nog uitgebreider op internet of in boeken, kinderen kunnen per context verschillende reacties hebben, in de ene context kan het kind houden van vieze handen,(onderprikkeling) terwijl het op gebied van harde geluiden schrikt en dus overgevoelig is.
Een goede prikkelverwerking is van belang om te kunnen spelen, leren, je aandacht ergens op gericht houden en voor het algehele dagelijkse functioneren. Als een kind overgevoelig of ondergevoelig is voor bepaalde prikkels, kunnen verschillende problemen ontstaan. Een normale prikkel roept dan een afweerreactie op of wordt juist nauwelijks opgemerkt. Zo kan je kind bijvoorbeeld problemen hebben met: (enkele voorbeelden)
Horen: wanneer je kind overgevoelig is voor geluid, kan het niet goed filteren welke geluiden wel en welke niet belangrijk zijn. Hierdoor is je kind sneller afgeleid, soms hyperactief of kan zich slecht concentreren op school.
Voelen: als je kind overgevoelig is voor tast, kan kleding jeuken of vindt je kind het niet prettig om aangeraakt te wordenDit kan ervoor zorgen dat je kind de drukte in de gang op school als zeer onprettig ervaart. Wanneer er sprake is van ondergevoeligheid, merkt je kind nauwelijks dat het aangeraakt wordt. Bij ondergevoeligheid heeft je kind minder controle over zijn eigen lichaam en stoot zich bijvoorbeeld sneller.
Evenwicht: bij overgevoeligheid voor evenwichtsprikkels vind je kind het niet fijn om in beweging te zien. Stoeien of andere wilde spelletjes zijn dan niet prettig. Bij ondergevoeligheid gaat je kind juist graag schommelen, stoeien en wilde spelletjes spelen en is constant in beweging.
Vind je dit artikel interessant? Deel het via sociale media