Over slimme, snelle hoofden en de belangrijke verbinding met het lichaam
Van de week deed ik met een aantal kinderen een potje stoepranden. Kent u dat nog? Beide partijen staan op een tegenover elkaar liggende stoep en je krijgt een punt als de bal terug komt van de stoeprand. Simpel spel, heldere regels. Tenminste, dat dacht ik. Maar niets bleek minder waar. Drie van deze kinderen zijn slim, misschien hoogbegaafd, dat durf ik niet van allen te zeggen. En precies deze drie kinderen bleven de regels maar ter discussie stellen en aanpassen.
En ineens zag ik de link. Deze drie kinderen, met een enorm sterk en snel hoofd bleven maar zoeken naar een grens die ze konden accepteren. Een grens, een regel, die klopte en waar ze zich aan konden houden. Een regel die recht deed aan alle twijfelgevallen en die het spel veilig maakte. Want pas vanuit de heldere spelregels werd de competitie minder en beleefden ze plezier aan het spel. Het spelen kon beginnen en we weten allemaal hoe belangrijk spel is voor kinderen!
Een goedwerkend tastsysteem geeft je dus informatie over je grens met de buitenwereld. Ook vanuit binnen krijg je informatie, namelijk prikkels vanuit de spieren en gewrichten (proprioscepsis). Hoe beter deze informatie, van binnen uit en buiten af, verwerkt kan worden, hoe beter je in verbinding bent met je lijf. Als de informatie precies goed binnenkomt, niet te hard en niet te zacht en goed verwerkt kan worden, weet je waar je je bevindt in de ruimte, waar jouw lichaam is en waar je grens met de buitenwereld is. Die informatie krijg je als vanzelf, dat gaat automatisch, daar hoef je dan niets voor te doen of te laten. Je hoeft niet extra te bewegen, of aan allerlei dingen te voelen, om te weten waar je bent. Of juist tastprikkels te vermijden omdat ze je anders overweldigen en je uit verbinding raakt met je lichaam.
Te gevoelige, of juist ondergevoelige zintuigen zorgen voor stress, want je lichaam geeft immers niet meer als vanzelf door waar jij je bevindt en waar de buitenwereld begint. Je kunt je voorstellen dat juist die informatie uitermate van belang is om je veilig te voelen. Als vanzelf gaat een mens dan dingen doen om zich weer veilig voelen.
Als je lichaam dan de belangrijkste input geeft ga je, bij onderprikkeling, bewegen en voelen. Bij overprikkeling kan je bijvoorbeeld spierspanning opbouwen, stil gaan zitten en prikkels vermijden. Het kost tijd om je lichaam met fysieke signalen tot rust of juist activiteit te helpen. Gedachten gaan echter heel snel, die kunnen je instant in de stress helpen, of kalmeren.
Wat nou als de stoeprandende kinderen, met die snelle hoofden, via hun gedachten proberen de veiligheid in zichzelf te herstellen. Door alle mogelijke twijfelgevallen en onduidelijkheden onder de loep te nemen en te verhelderen, juist omdat ze de verbinding met hun lichaam kwijt zijn. Omdat ze zo snel zijn in hun hoofd, met hun hoofd veiligheid kunnen creëren, maar daardoor eigenlijk steeds meer de verbinding met hun lichaam kwijt raken?
Als mijn hypothese klopt, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat hoogbegaafde kinderen juist gebaat zijn bij veel tast en proprioceptieve input. Veel lichamelijke zware arbeid, om beter te kunnen voelen en meer verbinding met zichzelf te maken. Dan zullen ze wellicht minder tegen de autonomie van de ander aantrappen en meer vanuit hun eigen autonome kracht gaan staan. Het is de moeite waard om te proberen, toch?
Oké, stel, je gaat mee in mijn verhaal. En je wilt de proef op de som nemen. Dan heb je dus vooral veel ideeën nodig hoe je meer tast en proprioceptieve prikkels toe kan voegen. Nu weet ik dat de meeste mensen wel een idee hebben over tast. Maar, die propriocepsis is lastiger. Ik geef je dus hier graag wat spelletjes om de propriocepsis meer in te schakelen.
Je ziet, heel simpele manieren om kinderen meer met hun lichaam te laten doen. Misschien zijn het geen dingen die jouw hoogbegaafde kind uit zichzelf veel doet, maar juist dan is het jouw verantwoordelijkheid als ouder om de verbinding met het lichaam tot stand te brengen. Uiteindelijk help je je slimme kind niet alleen door cognitief af te stemmen op wat hij of zij nodig heeft. Maar ook door hem fysiek te laten ervaren hoe het met zijn of haar lichaam gaat. Pas als er verbinding is met het lichaam kan je kind namelijk zelf zijn stress gaan reguleren. En dat lijkt me in onze tijd heel belangrijk!
[Eerder verschenen op Drabblez.nl]