Kinderen die moeite hebben met de verwerking van prikkels kunnen overprikkeld zijn, maar er kan ook sprake zijn van onderprikkeling. Deze kinderen krijgen te weinig prikkels binnen en gaan daar ofwel actief naar op zoek, of ze laten het over zich heen komen. In het eerste geval vertonen zij heel druk gedrag en in het tweede geval is een kind stil en gedraagt het zich onopvallend.

Als kinderen te weinig prikkels binnen krijgen betekent dat niet automatisch dat er te weinig prikkels zijn. De hersenen kunnen er namelijk voor zorgen dat signalen minder goed of niet doorgelaten worden. Het kind is dan ondergevoelig voor prikkels. In sommige gevallen is dit juist goed, omdat je nou eenmaal niet op alle prikkels hoeft te reageren (denk aan het geluid van een auto die buiten voorbij rijdt). Maar als je prikkels mist die wél belangrijk zijn, kan onderprikkeling een probleem worden. Dan struikelt je kind bijvoorbeeld over speelgoed dat het niet gezien heeft of ziet het een bal die gegooid wordt niet aankomen. Het kind is niet alert.

Kinderen die moeite hebben met de verwerking van prikkels kunnen overprikkeld zijn, maar ook onderprikkeld. Zo herken je onderprikkeling

Overprikkeld of onderprikkeld?

De kenmerken van een onderprikkeld kind lijken wat op die van een overprikkeld kind, waardoor het voor ouders en leerkrachten niet altijd duidelijk is wat er aan de hand is. Kinderen krijgen al snel het etiket ‘overprikkeld’. Druk gedrag is echter niet altijd een teken van overprikkeling maar kan ook een duidelijk signaal van onderprikkeling zijn. Een onderprikkeld kind kan bijvoorbeeld heel druk zijn doordat het actief op zoek gaat naar prikkels. Het verschil is echter dat een onderprikkeld kind vaak druk doet uit enthousiasme; het wil meer.

-> Meer over onderprikkeling of overprikkeling

Tips bij onderprikkeling

Een kind dat last heeft van onderprikkeling heeft dus extra prikkels nodig. Wat erg effectief kan zijn is om het kind meer te laten bewegen. Laat het even een rondje rennen, een fysiek zware klus doen of bijvoorbeeld het schoolwerk staand maken. De bewegingsprikkels die het kind krijgt zorgen ervoor dat het weer alert wordt en zich beter kan concentreren. Ook het gebruik van een stressbal of een kauwsieraad kan helpen om het drukke gedrag te reguleren en de concentratie te verbeteren.

-> Lees onze tips bij onderprikkeling

Deel dit bericht via sociale media

Kinderen die moeite hebben met de verwerking van prikkels kunnen overprikkeld zijn, maar ook onderprikkeld. Zo herken je onderprikkeling