Hoogbegaafde kinderen worden geboren met een zeer intens limbisch systeem. Het is dan ook logisch dat hun limbische systeem gemakkelijk overweldigd kan raken bij het verwerken van intense zintuiglijke prikkels.
Hoogbegaafde kinderen worstelen vaak met het verwerken van de zintuiglijke prikkels die ze op hun pad tegenkomen. Het is voor hen daarbij moeilijk om ook de heftigheid van hun emotionele reacties op de veelheid aan prikkels te reguleren.
Omdat hun limbische systeem zo intens is, kunnen hoogbegaafde kinderen eigenlijk meer worstelen met prikkelrijke omgevingen (zoals luide verjaardagsfeestjes) dan andere kinderen van dezelfde leeftijd.
Deze problemen bij het verwerken van intense sensorische informatie kunnen ook optreden voor een langere periode van ontwikkeling omdat het meer tijd kost voor het uitvoerende deel van het brein (executieve functies) om de vaardigheden te ontwikkelen om het limbische systeem te helpen zich te reguleren (te beheersen).
De omgeving verwacht echter vaak dat hoogbegaafde kinderen met situaties meer volwassen kunnen omgaan, vanwege hun geavanceerde intellectuele vaardigheden. Niets is minder waar. De executieve functies waaronder de zelfbeheersing (inhibitiecontrole) zijn nog volop in ontwikkeling.
Het is belangrijk om te onthouden dat dit een ontwikkelingsproces is en dat sensorische informatieverwerkingsproblemen voor hoogbegaafde kinderen vaak minder belangrijk worden naarmate een kind ouder wordt (immers de executieve functies ontwikkelen zich langzamerhand). Je zou kunnen stellen dat hoogbegaafde kinderen in hun emotieregulatie “niet synchroon” zijn in de leeftijd van ongeveer 3 jaar tot 9 jaar oud.
Wat sensorische problemen betreft, is het van belang dat we een stapje terug doen en bedenken dat het voor een hoogbegaafd kind met een zeer intens limbisch systeem misschien langer zou kunnen duren voordat de executieve functies voldoende ontwikkeld zijn om te kunnen helpen het zeer intense limbische systeem het hoofd te bieden.
Bovendien verwacht onze samenleving tussen de leeftijd van 3 en 9 jaar dat kinderen intense stimulatie aankunnen, bijvoorbeeld in klaslokalen. Dus de kloof tussen wat kinderen kunnen verdragen en wat van hen wordt verwacht, kan in die jaren behoorlijk groot zijn. Tegen ongeveer de leeftijd van 9 jaar is het cognitieve functioneren op een hoger niveau in hogere mate actief en kan het hoogbegaafde kind vaak gemakkelijker omgaan met omgevingsstress. En dit vermogen om met omgevingsstress om te gaan, neemt vaak toe naarmate het kind ouder wordt.
Ten eerste is het belangrijk om te herkennen voor welke prikkels je kind overgevoelig is. Als je een kind hebt dat met enige regelmaat ‘meltdowns‘ heeft, geeft je kind hiermee te kennen dat de hoeveelheid sensorische prikkels meer is dan hij of zij aan kan. Observeer je kind en ga in gesprek om zicht te krijgen op welke prikkels en/of situaties de ‘triggers’ zijn.
Wanneer je zicht hebt op welke situaties overweldigend zijn voor je kind heb je de volgende opties om je kind te helpen:
-> Wat zijn prikkelverwerkingsproblemen?
Interessante artikelen
Deel dit bericht via sociale media